Wie zie jij niet meer?
Over relaties en het herstel van plek en zichtbaarheid
Een reflectie op hoe onzichtbaarheid in organisaties en samenleving spanning oproept en waarom rituelen en erkenning nodig zijn om iedereen weer een plek te geven.
Als je niet meer meedoet
Een systeem vergeet nooit, ook als mensen dat wel doen. Wat onzichtbaar wordt, verdwijnt niet. Het zoekt een andere vorm. In een samenleving die draait om vooruitgang en zichtbaarheid, groeit het onzichtbare in de schaduw. Het recente onderzoek naar sociaal isolement onder ouderen legt een pijnlijk mechanisme bloot: als je niet meer meedoet, verdwijn je uit beeld. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal en relationeel.
Wat buitengesloten wordt, meldt zich
We leven in een cultuur waarin de waarde van een mens vaak wordt gekoppeld aan zijn bijdrage aan het geheel. Wie minder produceert, wordt minder gezien. Binnen organisaties is dat niet anders: wie met pensioen is, wordt zelden nog gebeld; wie langdurig ziek is, glijdt stilletjes uit beeld. We besteden veel aandacht aan instroom en vernieuwing, maar zelden aan het eren van wat is geweest. Of wie er nog steeds is, maar niet meer aan tafel zit.
Ieder mens heeft recht op een plek, ook als die plek stil, oud of ongemakkelijk is. In systemisch werk laat zich keer op keer zien: wat buitengesloten wordt, komt terug. Het meldt zich in gedrag, in spanningen of in stil verzet. Onzichtbaarheid activeert een diepe menselijke angst: verlatingsangst. Het gevoel niet meer gezien te worden, tast het bestaansrecht aan. En dat echoot in het systeem, ook al praten we er niet over.
Eren wat is geweest
Ik sprak onlangs met een directeur van een zorginstelling die merkte dat haar team moeizaam functioneerde. De vergaderingen waren stroperig, nieuwe ideeën verzandden snel, het moreel was laag. Toen we samen keken naar de geschiedenis van de organisatie, bleek dat een geliefde, oudere collega met pensioen was gegaan zonder echt afscheid. Er was geen ritueel, geen moment van gezamenlijk stil staan. “Hij wilde het zelf zo,” zei ze. “Hij hield niet van gedoe.”
Toch vertelde een teamlid later: “Sinds hij weg is, voelt het anders. Alsof we iets vergeten zijn.” Zijn vertrek was niet alleen een verlies van een collega, maar ook van gedeeld geheugen, van anker en waardering. Door hem onzichtbaar te laten vertrekken, uit respect, maar ook uit gemak, raakte het team iets kwijt wat niet zo makkelijk te herstellen viel.
Systemisch werk nodigt ons uit om te kijken naar wie er níet meer zijn en wat dat doet met degenen die blijven. Het is geen pleidooi voor nostalgie, maar voor erkenning. Want erkenning is niet hetzelfde als aandacht: het is de plek geven die klopt. Ook als iemand daar fysiek niet meer is.
Wie zie jij niet meer?
Sociale systemen zijn geen optelsom van functies, maar weefsels van relaties. En wat niet gezien wordt, blijft trekken aan de randen. Wie zie jij niet meer, maar hoort er wél bij? Niet als herinnering, maar als deel van het verhaal dat nog steeds doorwerkt?
Geschreven door Koen de Snoo